Ik woon nu ruim anderhalf jaar fulltime in mijn camper en ik kan eigenlijk maar één conclusie trekken… Ik ben verliefd op het camperleven. Jawel, je hoort het goed. Smóórverliefd! Ik vind wonen in mijn camper fan-tas-tisch. Alles eraan vind ik te gek!

Waarschijnlijk ben ik zo verliefd, omdat ik zelfs na anderhalf jaar nog steeds mijn (knal)roze bril op heb. Ik denk niet dat die bril ooit nog af gaat. Ik geniet namelijk van elke dag, van iedere minuut. En als je mij vraagt wat er niet leuk is aan het wonen in een camper, dan moet ik echt heel goed nadenken. Je kent het wel, dat je denkt een echt ongemak gevonden te hebben, maar na analyse blijkt het toch niet zo vervelend te zijn. Sterker nog, een beetje afzien is eigenlijk best lekker. 

Dat gedoe vind ik wel grappig

Ik schrijf vaak over de voor- en nadelen van het wonen in mijn camper. Die nadelen zijn er wel degelijk, alleen zie ik ze niet als nadelen. Sommige klusjes zijn wat meer gedoe dan dat het in een stenen huis zou zijn, zoals de was. Het is wat ingewikkelder en het is wat minder, wat zeg ik,  véél minder comfortabel. Maar ik ben erachter gekomen dat ik dat gedoe eigenlijk wel grappig vind. En dat ik wel lekker ga op oncomfortabel. 

Tekst gaat verder onder de foto.

De was doen is best een gedoe. Foto: Astrid van Jaarsveld

Wat ik het meest geweldig vind aan het camperleven is het ultieme gevoel van vrijheid. Die vrijheid… zucht… die is onbetaalbaar. Ik kan gaan waar ik wil, ik kan staan waar ik wil (letterlijk de bus parkeren) en ik kan doen wat ik wil. Er is niemand aan wie ik verantwoording hoef af te leggen of aan wie ik mijn keuzes moet uitleggen. Doe ik stomme dingen? Dan ben ik er zelf verantwoordelijk voor en heb ik er alleen zelf last van. Ik kan op niemand boos worden en ik kan niemand iets kwalijk nemen. Alleen mezelf, maar om het een beetje gezellig te houden in de camper doe ik dat maar niet. Ik ben van niemand afhankelijk zolang mijn busje het blijft doen. Ik heb mijn huis altijd bij me, warm en droog, met een koelkast vol lekkers. Wat kan mij gebeuren?

Tekst gaat verder onder de foto.

Heerlijk tuffen met mijn camper over rustige weggetjes. Foto: Astrid van Jaarsveld

Leerproces

Het camperen is een leerproces. Ik doe inmiddels al zoveel dingen op een andere manier dan anderhalf jaar geleden. Toen vond ik het bijvoorbeeld nog belangrijk om op een mooie, rustige plek te overnachten. Nu ben ik daar niet zo mee bezig. Aan een beetje herrie erger ik me niet meer. Sterker nog, zolang ze mij en mijn camper maar met rust laten, vind ik die leef-geluiden wel gezellig. En altijd op een mooie plek staan, is ook niet zo belangrijk. Des te meer waardeer ik die keer dat ik wel op die ene droomplaats sta. Inmiddels durf ik me wel een ervaren camperaar te noemen en kan ik anderen adviezen geven, die ik door mijn ervaring heel goed kan onderbouwen.

Tekst gaat verder onder de foto.

Plekje op het strand. Foto: Astrid van Jaarsveld

Direct na vrijheid, voelt avontuur als meest geweldig. Elke dag is anders, omdat ik steeds ergens anders slaap en dus steeds op een andere plek mijn dag begin. Ik leef zonder vast ritme, zonder plan en zonder veel verplichtingen. Dat maakt het avontuur voor mij compleet. Ik doe eigenlijk maar wat. Soms sta ik wél dagen achter elkaar op dezelfde plek, omdat het er zo fijn is. Soms ben ik na een nacht weer weg, omdat ik achteraf gezien toch blij ben dat het allemaal goed gegaan is die nacht. Dan ziet de overnachtingsplek er in daglicht toch wat minder florissant uit, dan toen ik de avond ervoor in het donker aankwam.

Weinig bezitten is relaxt

Wat ik niet verwacht had, is dat ik het heerlijk vind om zo weinig spullen te hebben. Ik ben wel bang dat ik nu in een fase zit waarin ik veel te veel weggooi, maar daar kom ik vast binnenkort een keer achter. De garage van mijn camper zat anderhalf jaar geleden nog overvol met spullen en nu kan ik helemaal van voor naar achter kijken zonder obstakels. Tot nu toe heb ik nog niks gemist. Weinig bezitten betekent dat er weinig onderhouden hoeft te worden, weinig vervangen en dat er weinig kapot kan gaan. Heel relaxt vind ik dat.

Tekst gaat verder onder de foto.

Werken kan ik overal. Foto: Astrid van Jaarsveld

Zelfs de ongemakken van bijna leeg zijn vind ik niet erg. Leeg als in een lege watertank en een lege gasfles. De spanning of je genoeg gas hebt om de camper warm te houden die nacht. Met een extra deken in de aanslag voor het geval je het nét niet goed berekend hebt. Of omdat je op zo’n lekker plekje staat, waardoor je nog geen zin hebt om te verplaatsen en waardoor je dus ook niet kunt tanken. Zo ook met de strijd om het water. Dat je voor de zekerheid nóg korter doucht en de beste positie bepaalt om alle druppels efficiënt op je lichaam te laten vallen en niet ernaast. Ik hou ervan. 

Tekst gaat verder onder de foto.

Met een koffietje in de natuur. Foto: Astrid van Jaarsveld

Leven met de natuur

In een camper leef je in en met de natuur. Er is niks lekkerder dan in slaap vallen met de regen, tikkend op het camperdak. Of als de camper heen en weer wiegt als het hard waait en je ver onder het dekbed moet kruipen omdat het koud is. Of wat denk je van wakker worden van het geluid van schreeuwende meeuwen, die op zoek zijn naar een lekker visje in de zee. Je hoort en voelt alles wat er buiten aan de hand is. In de ochtend stap je uit, met een koffietje in je hand en je staat er gelijk in,  in die prachtige natuur. Mooier wordt het niet. En zo kan ik nog veel meer bedenken, maar je begrijpt het inmiddels wel denk ik. Ik ben nog lang niet klaar met het camperleven en ik hoop het camperleven ook nog niet met mij.