Een tiny house in Thailand: het begon eigenlijk niet eens met een bewuste keuze. Als er érgens geen gebrek aan is hier, is het wel ruimte. En voor de prijs van een appartementje van 48m2 in Terneuzen koop je hier een villa met 5 badkamers en een zwembad op een ruime kavel. Nou zouden we niet weten wat we met 5 badkamers moeten, dus die optie is nooit serieus aan bod geweest, maar dat we uiteindelijk zouden wonen in wat we als gastenhuisje hadden gepland, hadden we vooraf niet echt bedacht. Nu wonen we alweer 4 jaar in een huisje met een binnen-oppervlakte van nog geen 18 vierkante meter.

We, dat zijn Mieke Kupers en François la Poutré, inmiddels beiden zestigers. In Nederland woonden we al klein, maar wel met veel ruimte rondom het huis en maakten we er een sport van om rond ons huisje plekken te creëren die een langer buitenleven in het Nederlandse klimaat mogelijk maakten. Zo hadden we een kleine plantenkas ingericht als buitenkamertje en van een als carport bedoeld bouwpakket een buitenslaapkamer gemaakt. Fantasieën over buiten wonen hadden we altijd al en in januari 2017 hebben we de stap gezet. Mieke kon als verpleegkundige op haar 55e al met (gehalveerd) pensioen en ik ben uit de uitgeverij, die ik met 2 anderen had, gestapt. Daarna zijn we vertrokken naar Thailand. Alleen wat kunstboeken, poëziebundels, persoonlijke spulletjes en kleren hebben we meegenomen. Alle overige spullen hebben we aan vrienden en familie gegeven en wat nog over was ging naar de kringloop.

Alles wat we wilden

Meer dan dat we in het noorden, en niet in toeristische gebieden, wilden gaan wonen stond er niet vast. We hadden een prachtig gelegen (tiny) huisje gehuurd in het noordelijke Chang Dao en besloten later om ook in de buurt van de stad Lampang te gaan rondkijken, mede omdat we daar al een paar mensen kenden. Daar vonden we uiteindelijk de prachtige plek waar we nu wonen. Het landje, een weiland, was met 3600 m2 flink wat groter dan we zochten, maar had alles wat we wilden: omgeven door rijstvelden, uitzicht op de bergen, 15 kilometer van Lampang, een paar kilometer van een kleiner stadje met allerlei winkeltjes, geen directe buren en toch niet heel afgelegen.

De buurkoeien.

Het huis dat we voor ogen hadden was een achthoekige constructie. Het idee was om een achthoekig dak van 13 meter doorsnede te laten neerzetten en daaronder zelf muren te bouwen van zakken gevuld met rijstkaf, afgesmeerd met een mix van klei, zand en kalkmortel. Die manier van muren bouwen hadden we afgekeken van een vriendin die in Chiang Dao de roundhouses, een groepje guesthouses, had gebouwd. Om niet meteen in het diepe te hoeven springen, we hadden immers nog niet eerder een huis gebouwd, besloten we eerst een gastenhuisje te bouwen. Zo konden we oefenen met een kleiner bouwproject.

Onze grote overkapping over ons huisje.

Zware basisconstructie

Ook voor dat gastenhuisje kozen we voor een groot dak, dat we door lokale bouwers hebben laten neerzetten. Eigenlijk wilden we wel een bamboedak, maar omdat het hier onvoorstelbaar hard kan stormen en er geen enkele bescherming tegen de wind is, hebben we toch besloten een zware basisconstructie met betonnen pilaren te laten plaatsen. Een groot dak is hier min of meer noodzakelijk vanwege de beschutting tegen de felle zon, die hier bijna altijd schijnt. Overdag dan.

Nadat de dakconstructie klaar was zijn we zelf aan de slag gegaan met de bouw van het gastenhuisje. Bamboe vlechten, zakken stapelen, klei mixen, afsmeren… Na 4 maanden was het klaar. Een huisje van 4 x 5 meter, maar door de dikte van de muren met een binnenmaat van 3,80 x 4,70 meter. Ik weet niet meer wie van ons zei: eigenlijk is dit wel groot genoeg toch? In ieder geval waren we het daar meteen over eens. Het plan voor het achtkantige huis kon in de la!

De voordeur.

Bed midden in kamer

Wonen in een klein huisje in Thailand is heel anders dan in Nederland of België. We leven hier de hele dag buiten. Binnen zijn we alleen om te slapen, en dan staan aan alle kanten de ramen en deuren open, om te schuilen voor heftige stortbuien, die meestal niet langer dan een kwartiertje duren, of als het gruwelijk heet is. Waar in Nederlandse tiny houses het bed op een slimme manier is weggewerkt of als een soort vliering is verwerkt, staat het bij ons pontificaal midden in de kamer. Het is wat hoger dan je van een bed gewend bent  Onder het bed hadden we kratten met spullen staan, totdat we op een avond een cobra aantroffen die het daar wel een aangename woonplek leek te vinden. We hebben de kratten toen maar onder het bed weggehaald, zodat het wat minder aantrekkelijk voor slangen werd.

Onze bed-bureaucombinatie.

Geen stroomaansluiting

Voor de kleren en de meegekomen boeken, waarvan we vanwege de gewijzigde woonplannen alsnog de helft hebben weggegeven, hebben we opgeknapte oude kastjes op de kop getikt. De badkamer is buiten, gedeeltelijk onder het overstekende dak. Bij regen kunnen we droog op de wc zitten, tenzij de wind uit de verkeerde hoek komt. Droog douchen kan dan niet, maar dat hoeft ook niet. We hebben geen aansluiting op het elektriciteitsnet. Alle stroom komt van de zonnepanelen. Via een aantal accu’s hebben we als het donker is beperkt stroom. Zware apparatuur hebben we niet, een tv evenmin. De kleine koelkast van 58W is de grootste energieslurper. En die zetten we meestal uit ‘s nachts. Hoe dat in de praktijk werkt en hoe we maaltijden bereiden in de zonneoven vertellen we later in een van onze volgende artikelen.

Oost- en zuidkant van ons huisje.