Een huis bouwen begint bij het begin; de fundering. De balken waarop de vloer gelegd wordt, de oppervlakte uitgespreid. Het eerste hoogtepunt van de reis. Een reis waarin ik verschillende mijlpalen tegenkom. Ik weet dat het uiteindelijk een huis moet worden, met een dak, ramen om naar buiten te kijken en een deur om naar binnen te gaan. Naar elke volgende tussenstop wordt uitgekeken, weer een stukje dichter bij het eindresultaat. Na de vloer komen de muren, na de muren het dak, na het dak de deuren en ramen. Terwijl ik weer een mijlpaal nader, het dak, stel ik me voor dat als dat af is ik me weer een beetje vrijer voel. Elk afgerond deel brengt me dichter bij minder onvrede en meer voldoening. De bevrijding blijft uit, de opluchting van het gemaakte dak, dat stevig boven mijn hoofd hangt, wordt verdreven door de gedachte aan de volgende etappe die gelopen moet worden: de ramen. Als de ramen er in zitten, dan voelt het beter! Ook dat wordt geen werkelijkheid, met elke afstand die ik afleg wordt het uitblijven van de vrijheid een steeds groter gat.

Zonder alle houdingen tezamen is het huis niet af

Binnen de 4 hoeken van mijn yogamat speelt zich een zelfde soort verhaal af, met de afzonderlijke yogahoudingen als fundamentele onderdelen. Zonder alle houdingen tezamen is het huis niet af. Terwijl het wordt gebouwd leer je de verschillende technieken om het huis af te kunnen maken. Je begint hier ook bij het begin; de ademhaling, de aandacht, de eerste basishoudingen. Pas als lichaam en geest meer geoefend zijn en sterker worden ga je verder naar de volgende fase. Bij elke houding kijk ik reikhalzend uit naar de volgende die ik nog niet beoefende. Elke nieuwe houding heeft de belofte in zich om me vrijer te laten voelen, met als hoogtepunt het voltooien van de hele serie. In mijn hoofd vertel ik het verhaal van een kloppend geheel zodra ik meer houdingen ‘mag’ beoefenen, dan pas zal het rust en ruimte geven.

De zoektocht is oneindig

Natuurlijk komt deze ruimte ook niet na het voltooien van meer houdingen, het is niet compleet en het ‘huis’ is nog steeds niet af. Is er in wezen wel een huis om af te maken? Ik identificeer mezelf met het behalen van deze mijlpalen, construeer een zelf wat deze verhalen toe-eigent. Deze zelf vindt nooit wat ze zoekt in de bestemmingen die worden bereikt. Het een zal het ander weer opvolgen, de zoektocht is oneindig. Gedurende de beoefening op de yogamat en het bouwen van een huis kom ik deze neiging elke dag weer tegen. De neiging tot het identificeren met mijn gedachten, mijn lichaam, mijn bedachte zelf wat ‘ergens heen moet om beter te zijn’. Het identificeren met een zelf dat een tiny house bouwt, een bepaalde levensstijl verkiest boven een andere, daar vertrouwen uithaalt. Het is niet erg om dingen na te streven of te zoeken naar wat er bij je past, als het maar duidelijk is dat je al deze dingen niet daadwerkelijk bent.

Het gewoel van mijn gedachten

Soms valt er even een stilte, tussen de stroom aan gedachten en constructies van zelfbeelden. Dan is er bewustzijn van iets anders, of hetzelfde, dat al die bedachte dingen niet de waarheid zijn. Is er toch een soort rust, die niet afhangt van het voltooien van een huis, een serie van houdingen of het vinden van een zelf? Onder de oppervlakte, of misschien veel dieper dan dat, is iets wat alleen zichtbaar wordt wanneer ‘ik’ weer tevoorschijn kom en ik er bewust van ben dat ik er net even niet was. In plaats van het constant bouwen en het uitstrekken naar het volgende, wordt de gedachte van het huis langzaam ontmanteld. Met elke beweging volg ik het gewoel van mijn gedachten, waardoor die bewegingen van mijn geest, heel af en toe, wat kleiner lijken te worden.

Wil je meer lezen? Download dan gratis editie 11 van Klein Wonen Magazine