Het leven in hun woonbus bevalt Sanne en Daniël prima, maar soms is een beetje meer eigen ruimte wel lekker. Die vonden zij in Limburg, waar zij een mooi stukje bosgrond op de kop tikten om af en toe te staan met hun mobiele huisje. Sanne vertelt er over in haar nieuwste blog.

Zoals al vaker gezegd, vinden wij het moeilijk om stil te zitten en proberen wij met man en macht uit de greep van de dagelijkse sleur te blijven. Dat heeft dan ook geleid tot ons besluit om in een oude Mercedes Sprinter ons thuis te vinden. Ondanks de heerlijke tijd die we hierin tot nu toe al hebben mogen beleven, is het wel gebleken dat zo’n bus een tikkeltje krap kan zijn voor 2 volwassenen en een hond die te vergelijken is met een pasgeboren kalf. Op koude, regenachtige dagen kan dat krappe hutje ineens heel knus zijn, maar in de zomerhitte voelen wij ons soms net een zak magnetronpopcorn. Ready to pop!

Onze bus is ons thuis!

Wil ik hiermee zeggen dat we misschien toch weer liever terug zouden willen naar hoe het was en ons settelen in een appartementje op 3 hoog? Ha, nee echt niet! Onze bus is ons thuis! Maar een eigen plekje waar we ons soms terug kunnen trekken zonder anderen tot last te zijn (en andersom), dat zou zeker niet vervelend zijn. Bouwgrond is hierin nooit een optie geweest, want dat kost nogal wat en vastzitten aan een plek is niet wat we willen. Gelukkig voor ons was een stukje Limburgs bosgrond zeer betaalbaar en een mooie investering voor de toekomst. Na een paar maanden (on)geduldig wachten was het zo ver: ons eigen stekkie!

Midden in niemandsland, omringd door velden en bossen ligt ons kleine paradijsje. Waar we onze zomers in de schaduw van de bomen kunnen doorbrengen en tot laat om het kampvuur kunnen zitten. Waar we ons echt kunnen terugtrekken van de hectiek van het leven als we voelen dat dat nodig is. Maar het allerbelangrijkst, waar Benny zonder zorgen los kan lopen en zijn botjes zo vaak als hij maar wil kan ingraven.

Meer ademruimte

Het bos is nog jong, pas 15 jaar geleden aangelegd nadat dit een tijd gediend heeft als landbouwgrond. De bomen waren nogal dicht op elkaar geplant. Iedere vierkante meter stond er wel een: een berk, een eik of een beuk. Er moest dan ook erg veel werk verricht worden om het bos uit te dunnen en er voor te zorgen dat onze jonge bomen, net als wij, een beetje meer ademruimte kregen. Zodat zij groot en sterk kunnen worden.

Als boseigenaar heb je wel een herplantingsplicht. En terecht. Dus voor iedere zoveel gekapte bomen, planten we een nieuwe. Het liefst een die het hele jaar groen blijft, zoals de meeste dennenbomen. Zo hebben we ook in de wintermaanden, wanneer alle bladeren van de bomen zijn gevallen, een beetje beschutting van weer, wind en nieuwsgierige wandelaars. Waar we ons op de open plek in het midden van het bos met een kopje thee achter kunnen verschuilen, terwijl we onze handen en voeten warmen aan het kampvuur.

Wonen in het bos mag niet

Wonen in het bos, ook al is het jouw bos, mag niet. Voor ons maakt dat gelukkig ook niet uit. Te lang op een plek stilzitten kunnen wij toch niet. Zoals ik al zei, onze trouwe bus is ons thuis en dit bos is het stukje achtertuin dat echt alleen van ons is. Na heel wat kappen, hakken, zagen, graven, planten, takken sjouwen, houtwallen aanleggen, handen vol blaren en een overdosis liefde staat het bos er weer in volle glorie bij. Er staat zelfs een zelfgebouwde picknicktafel. Helemaal klaar voor nieuwe avonturen en het maken van nieuwe herinneringen. Laat nu die zon dus maar komen. Wij zijn er klaar voor!

Meer inspiratie over klein wonen? Download gratis Klein Wonen Magazine 16 HIER.