Elke Rabé ontrafelt de Noorse lifestyle van het buiten zijn

In onze vorige editie beschreef Elke Rabé hoe ze in de zomer door Nederland wandelde met een micro house achter zich aan volgens het Coddiwomple-principe doelbewust reizen naar een vage bestemming. Deze keer legt ze uit waarom voor haar de Noorse buitenleven-filosofie Friluftsliv, een kleine voetafdruk en een grote handafdruk alles met elkaar te maken hebben.

Friluftsliv betekent letterlijk vrije-lucht-leven en is de Noorse manier om je thuis te voelen in de buitenruimte. Anno 2021 is dit een breder begrip gaan omvatten, eerder een levensstijl. Voor mij is het een levensstijl die erg goed past bij een klein wonen-levensstijl.

Friluftsliv

Ik luisterde onlangs naar een podcast waarin Eric en Benjamin Brinckmann te gast waren. Vader en zoon schreven samen het boek Friluftsliv. Ze beschrijven het vrije-lucht-leven, de Noorse manier om je thuis te voelen in de buitenruimte en hoe wij dat in de Lage Landen ook kunnen ervaren. Naar aanleiding van de podcast sprak ik zowel Eric als zoon Benjamin, die zelf in Noorwegen woont en een bachelor Frilufstliv heeft afgerond. Wat zij schrijven en vertellen over het Friluftsliv is heel herkenbaar.

Zelf zoek ik bewust iedere dag de natuur op, wat meer is dan een frisse neus halen. Ik houd van het buitenleven en ik houd van dwalen. Ik wil paadjes kunnen kiezen op basis van mijn gevoel en het moment. Ik heb graag een topografische kaart in de hand in plaats van een telefoon met routeapp en ik ervaar liever geen tijdsdruk om persé een bestemming te moeten bereiken. Een Loesje-kaart die een prominente plek in mijn huis heeft gekregen verwoordt het kort maar krachtig:  Ga je mee verdwalen, ik weet de weg.

Door vroeg de natuuur in te trekken rek je je Friluftsliv-tijd op.

Ik woon klein om meer buiten te kunnen zijn

Ook het onweerstaanbare verlangen om de natuur in te trekken is heel herkenbaar. Ik voel vaak een drang om naar buiten te gaan, ik voel me vrijer, blijer en zelfs sterker als ik veel buiten ben. Ik woon klein om meer buiten te kunnen zijn en omgekeerd ben ik nóg meer buiten sinds ik klein woon en mijn huiskamer doorloopt naar buiten. Toch blijkt dat helemaal niet zo gewoon te zijn. ,,De gemiddelde Nederlander is slechts 5 procent van de tijd buiten” vertelt Benjamin. ,,Veel mensen weten nauwelijks nog wat buiten is, omdat ze vaak wel de suggestie hebben dat ze buiten zijn.

Men ervaart buiten veelal via schermen van tv en computer of ruiten als glaspuien in huis, autoruiten en treinvensters, zodat het onderscheid tussen de werkelijkheid en schermwerkelijkheid onduidelijk wordt.” Zijn vader vult hem aan. ,,Binnen worden besluiten genomen over buiten”, zegt Eric, die filosoof en natuurbeheerder is. Dat ligt dichter bij elkaar dan je zou denken. ,,Hoe je natuur beheert is een bepaalde manier van denken. Wat voor een denkpatronen liggen er achter de manier waarop je de bossen inricht? We willen bijvoorbeeld dat het er mooi uitziet, maar we willen de techniek vergeten als we in de natuur zijn.”

De natuur is dichtbij.

In Noorwegen is minder planmatige natuur dan in Nederland

Slechts 3% van het oppervlakte bestaat uit landbouwgrond en zelfs daar mag je lopen zolang je de gewassen niet beschadigt. In Nederland is maar liefst 67,5% van het oppervlak afgesloten voor burgers, Op 15% wonen we, dus blijft er 15% over. In NL mag je bovendien nergens vrij kamperen. Sinds het begin van de coronaperiode zijn zelfs de laatste paalkampeerplaatsen in Nederland opgeheven. Hoe kan je in Nederland dan toch de vrijheid ervaren die voor de Noren zo vanzelfsprekend is? Daar gaat het boek Friluftsliv over. In het boek vind je verder ook allerlei praktische tips over bijvoorbeeld eetbare planten, vuur stoken, buiten slapen, oriëntatie op zon en sterren, wolken kennis en bruikbare bomen.

Ik verbaas me regelmatig over het feit dat veel mensen geen oog hebben voor de schoonheid van het landschap en dat ze in hun directe woonomgeving de weg niet weten. Maar omgekeerd verbaas ik me nu ook een beetje over hun stelling dat we Friluftsliv ook in Nederland kunnen beleven. Ik vind het feit dat we niet mogen wildkamperen echt een gemis. Dat maakt het namelijk niet eenvoudig om er zo maar op uit te trekken. Tijdens mijn trektochten los ik dat zelf op door gewoon bij mensen aan te bellen en te vragen of ik een vierkante meter tuin mag lenen om te slapen. De rest, zoals eten (koken) en mezelf wassen, doe ik gewoon onderweg. Zo kom ik het dichtst bij een solo-avontuur in de vrije natuur.

Podcasts: Friluftsliv en Terug naar de natuur

Boeken: Benjamin en Eric Brickmann, “Friluftsliv, Noors buitenleven in de Lage Landen”

Foto’s: ©Elke Rabe

Een volledige versie van dit artikel verscheen ook in editie 14 van Klein Wonen Magazine