Zaterdagochtend 6 uur, de wekker gaat af in de vorm van een hongerige spinnende kat naast mijn hoofd. Een hoofd vol dingen om te doen. Zonder ons af te vragen welke dag het is of waarom we wakker moeten worden, stappen we vanuit bed in onze bouwbroeken. Het voelt deze dagen een beetje als wintersport; thermolegging aan, dikke skisokken, snowboardjas aan en muts op. In mijn sjaal ruik ik Oostenrijkse zonnebrandcrème van een jaar oud en voelt het alsof we elk moment de lift in kunnen stappen.

Altijd hetzelfde ritje naar de bouwplaats

Deze ochtenden zijn routine geworden: thee voor nu en extra gekookt water voor straks, koffie voor zo meteen, schone kopjes in de tas, boormachine mee. Altijd hetzelfde ritje naar de bouwplaats (zet je lichten aan, radio of cd?, kan jij even naar rechts kijken?), soms in stilte en soms vol verhalen. Aankomst op de bouwplaats, de een schroeft de planken los die het plastic om ons huisje vasthouden in weer en wind, de ander schakelt de stroom in en zet het licht aan.

Binnenkomen op zaterdagochtend is altijd weer even wennen. Struikelend over de onafgemaakte klusjes die we aan het begin van de week vermoeid achterlieten. Dan lijkt het weer een project wat nooit voltooid gaat worden en schreeuwt de lijst met dingen die we nog moeten doen beschuldigend naar ons vanaf de muur. De onuitgepakte houtkachel in de hoek ziet er heel beteuterd uit, als een vergeten plant of een hond in het asiel.

Dan beginnen we weer met een schone lei

Dan heb ik, traditiegetrouw, even een uurtje een pesthekel aan dit hele gedoe wat we ons op de hals hebben gehaald. Loop ik mopperend rond, terwijl ik er hier en daar een schroef in draai of (en dit werkt vaak beter) alles ga opruimen, zodat we er weer opnieuw een enorme bende van kunnen maken. Dan beginnen we weer met een schone lei, maken af waar we aan waren begonnen en beginnen dan weer aan iets nieuws. De planning loopt vaker anders dan dat we bedacht hadden. Zelfs daar is rust en stabiliteit in te vinden.

Zelfs in grote avonturen kan de sleur kruipen. De enge dingen die je niet durft en toch doet, worden dan weer heel gewoon en vergeet je dat het een sprong in het diepe was. Sta je niet meer stil bij het kunstwerk wat je aan het leven bent en voel je vooral de offers die gebracht moeten worden. Zo gaat dat, blijkbaar, ook met een huis bouwen. Hoe krankzinnig het project in het begin lijkt, al het voortdurende kinderlijke enthousiasme bij elke nieuwe stap, zelfs dat wordt onderdeel van alledag. Dan verliezen de nieuwe stukken plafond ineens hun glans, lijkt het een nooit eindigende stroom aan troep, verloren bitjes, omgevallen cola en gescheurd afdekzeil. Werken we ineens 7 dagen per week, terwijl we eerst elk weekend op vakantie mochten naar de bouwplaats.

Vanaf de grond opgebouwd met plezier

Tot er uit die chaos ineens een huis tevoorschijn komt, met ramen en kozijnen en een mini kerstboompje in de vensterbank. We zien voor het eerst hoe de winterzon door het slaapkamerraam schijnt en alles weer goud maakt. Ineens zien we alle dagen die voorbij gegaan zijn om ons heen, in alle schroeven, balken, kieren, vlekjes en foutjes. Vanaf de grond opgebouwd met plezier, angst, frustratie, liefde en niet meer kunnen stoppen. Alles helemaal zelf. Dan wordt het alledaagse weer bijzonder, een bijzonder groot avontuur.

Wil je meer lezen? Download dan gratis editie 11 van Klein Wonen Magazine